Pastelkrijt

Tekenkrijt wordt al gebruikt sinds de prehistorie. Het bestond simpelweg uit zachte stukken wit of gekleurd rots. In de Middeleeuwen begon men rode of gele kleibolus tot staafjes te persen: het nog steeds populaire rood krijt.

De eerste vermelding van pastel in de moderne zin stamt van Leonardo da Vinci die in 1495 aantekent dat de Franse kunstenaar Jean Perreal dergelijk krijtstiften heeft vervaardigd. Het medium werd zeer populair in de 18e eeuw toen een gemengde pastel-gouache techniek in zwang was voor portretschilderingen. Toen werd vooral het frisse uiterlijk gewaardeerd: anders dan olieverf geelt pastel niet na.

De tegenwoordig meest geapprecieerde passtellisten uit die tijd zijn Jean-Etienne Liotard en Jean-Baptiste Perronneau. Kunstenaars- of hun leerlingen- maakten het product eerst zelf. De industriele productie kwam in het midden van de 19e eeuw op gang; rond 1870 verschijnen assortimenten pastels verpakt in dozen. Dit leidde tot een nieuwe populariteit van het medium.

Een beroemde kunstenaar die op het eind van de 19e eeuw veel met pastelkrijt werkte was Edgar Degas.